Drentsche Patrijshond: Ras standaard

Het uiterlijk van de Drentsche Patrijshond is in al die eeuwen weinig veranderd. De hond werd vooral gebruikt voor de jacht op de veldhoenders zoals fazanten en patrijzen en heeft daar zijn naam ook aan te danken.

 

De bouw van de Drentsche Patrijshond is een evenredig. Droog gespierd en scherp getekend. De vachtkleur is wit met bruine platen.

De lichaamsbouw toont krachtig en laat het vermogen zien om de voor een jachthond benodigde snelheid te ontwikkelen. De Drent is wat langer dan hoog, dus iets gestrekt.

De vacht wordt getypeerd als lang. Op het lichaam valt dit mee, maar de Drent heeft goed behaarde oren en is ruim behaard bij hals en borst. Daarnaast zijn de voor-  en achterbenen bevederd en heeft de Drent een lang behaarde, bossige staart.

Bouw DrentDe structuur van de vacht is golvend of sluik.

De ogen zijn amberkleurig, dus noch donker, noch de lichte kleur van het roofvogeloog.

De schofthoogte van de reu bedraagt gemiddeld: 58 tot 63 cm;
die van een teef gemiddeld: 55 tot 60 cm.

Een reu weegt gemiddeld: 30 tot 35 kg
en een teef weeg gemiddeld: 25 tot 30 kg.

 

Bronnen: OD De Drentsche patrijshond / Kennel van Rubensdael